Wat doen wij?
Een actiecamera, zoals de GoPro, biedt de mogelijkheid om zonder handen vanuit een gebruikersperspectief te filmen. Tot voor kort werden deze camera’s vooral gebruikt bij extreme sports om gevaarlijke capriolen te filmen en te delen. Daar komt steeds meer verandering in. Op YouTube zijn de kanalen niet te tellen waar hobbyisten en experts hun werkzaamheden filmen en delen met de wereld. Van het repareren van spelcomputers tot het fileren van een makreel. Maar ook in het werkveld wordt het nut van een actiecamera erkend. Chirurgen filmen hun operaties en kijken deze samen met collega’s terug om van te leren. Politieagenten filmen hun werkzaamheden om onoverzichtelijke situaties beter in kaart te kunnen brengen. De monteur infratechniek kan nu ook aan dat rijtje toegevoegd worden.
We staan aan de start van een ontdekkingsreis waarbij actiecamera’s gebruikt worden om school en praktijkomgeving dichter bij elkaar te brengen. Leerling monteurs infratechniek gaan hun werkzaamheden filmen met zo’n camera. Door reflectie en evaluatie samen met de begeleiders, medestudenten en docenten werken ze aan hun ontwikkeling en worden competente vakmensen opgeleid.
Het GoPro Learning Communities project wordt uitgevoerd middels een samenwerking van onderwijs, praktijk en onderzoeksinstituten. Onderwijs wordt ontwikkeld door Koning Willem 1 College, de Hogeschool Utrecht en Universiteit Twente. Voor het testen van verschillende strategieën wordt de praktijkomgeving van onder andere Alliander, BAM en Heijmans gebruikt. Digitale ondersteuning en projectvoortgang wordt gefaciliteerd door stichting BLEI. Naast de genoemde partijen is er nog een veelvoud aan organisaties die op een of andere manier bijdragen en betrokken zijn bij de uitvoering van dit pionierstraject.
Onze partners
Het project in vier vragen
Voor welk probleem biedt dit project een oplossing?
Dit project verwacht een bijdrage te leveren aan de oplossing van een aantal problemen. Ten eerste zijn er snel nieuwe mensen nodig in de infratechniek om de doelen van de energietransitie te realiseren. Opleiden moet dus effectiever en efficiënter.
Ten tweede wordt een kloof ervaren tussen school en de praktijk. Voor veel leerlingen is het moeilijk om de verbinding te leggen tussen wat ze op school en in de praktijk leren. Het leerproces verloopt daardoor verre van optimaal. Ten derde, toetsing is vaak gebaseerd op geschreven werk. Daar schuilt het gevaar in dat lees- en schrijfvaardigheid belangrijker zijn om het diploma te halen dan daadwerkelijk je vak verstaan en goed uit kunnen voeren.
Wat is dan de oplossing?
De oplossing die wij voorstaan is inzet van actiecameraatjes (bijv. GoPro), kleine draagbare camera’s met ingebouwde accu’s, waarmee leerlingen zelf vast kunnen leggen wat ze in hun werk doen, hoe ze dat doen en daarbij uitleggen wat ze doen en waarom.
Kortom, met de video laten leerlingen zien in hoeverre ze een bepaald onderdeel van hun werk beheersen. Docenten en leermeesters kunnen de video’s terugkijken met de leerling en daardoor feedback en coaching op maat leveren. Ook kunnen de door de leerling gemaakte video’s gebruikt worden voor beoordeling.
Dus een cameraatje is de oplossing? Waarom heb je dan een project van een aantal jaren nodig?
Technologie wordt vaak gezien als dé oplossing voor problemen in het onderwijs. Maar technologie op zichzelf maakt het verschil niet. Het is vooral hoe je de technologie in je onderwijs inbedt en gebruikt, wat bepaalt of het succesvol is of niet.
Voor docenten, werkbegeleiders/ leermeesters betekent dit bijvoorbeeld dat er methoden en strategieën ontwikkeld moeten worden om optimaal gebruik te maken van de video’s bij het geven van feedback aan, het coachen van en het beoordelen van leerlingen. Daarnaast zijn heldere, beknopte instructies nodig voor studenten. Niet alleen over hoe ze video’s moeten maken, maar ook over hoe ze het beste uit zichzelf, uit de lessen en uit de begeleiding kunnen halen.
Een cameraatje aanschaffen is dus niet zo moeilijk. Maar zorgen dat het ook leidt tot effectiever en efficiënter leren, daar zit de echte uitdaging.
Dus wat hebben we dan aan het eind van het project? En wat schiet het ondewijs daarmee op?
Aan het eind van het project ligt er een pakket met kant-en-klare methoden en instructies waar leerlingen, docenten en leermeesters zo mee aan de slag kunnen en waarmee ze ondersteund worden in het leren, begeleiden en coachen. Wetenschappelijk onderzoek wordt tijdens het project ingezet om de effectiviteit van de methoden en instructies vast te stellen en te optimaliseren. Door de stichting BLEI worden de ontwikkelde en beproefde methoden en instructies zoveel mogelijk verwerkt in het (nieuwe) opleidingsmateriaal voor de Infratechniek.